Acrylamide en ons eten

27 Oct, 2014

De stof acrylamide ontstaat bij het verhitten van zetmeelrijke voedingsproducten. Friet, chips, brood, ontbijtgranen, koekjes en koffie bevatten naar verhouding hogere hoeveelheden acrylamide. Chips en friet leveren de belangrijkste bijdrage aan de inname van acrylamide. Ook sigarettenrook bevat veel acrylamide. Drie jaar geleden ontstond er grote ongerustheid omdat in chips hoge hoeveelheden acrylamide werden aangetroffen; het was meer dan men verwachtte.

Acrylamide is een stof die mogelijk kankerverwekkend is. Het zou bovendien ongunstige effecten op de vruchtbaarheid en de zenuwen hebben. In het Moermandieet wordt om die reden het gebruik van acrylamide bevattende voedingsmiddelen zoals beschuit of toast afgeraden.

Maar er is discussie. De mogelijke carcinogene werking van acrylamide blijkt uit dierproeven. Omdat de stofwisseling en afbraak van acrylamide bij mensen heel anders plaats zou vinden dan bij dieren, bestaat er onduidelijkheid over de kankerverwekkende eigenschappen van deze stof bij mensen Zoals vaak bij dit soort stoffen is het de vraag hoeveel nu teveel is. Is deze stof giftig? Wie loopt het meeste risico? En bij welke hoeveelheden is de stof dan mogelijk kankerverwekkend?

Daarom heeft het gerenommeerde onderzoeksinstituut ILSI (International Life Sciences Institute) subsidie ontvangen van de Europese Gemeenschap om hier verder onderzoek naar te doen. Is er samenhang tussen de inname van acrylamide en kanker? Het onderzoek is recent gepubliceerd. Uit het onderzoek blijkt dat er tot nu toe zo slecht is gemeten hoeveel acrylamide mensen innemen via hun voeding, dat het onmogelijk is betrouwbare uitspraken te doen over of en zo ja hoeveel acrylamide kankerverwekkend zou zijn. Onderzoekers concluderen dat kanker van de nieren, ovaria en het endometrium mogelijk in verband staat met een hoge inname van acrylamide. Maar ze houden vanwege de onbetrouwbaarheid van de gegevens een grote slag om de arm. Om in de toekomst het verband tussen acrylamide en kanker goed vast te kunnen stellen doen zij een aantal aanbevelingen ten aanzien van metingen.

Tot dusver heeft de Wereldgezondheidsorganisatie geconcludeerd dat er geen relatie is tussen een verhoogd risico op bepaalde vormen van kanker en een hoge inname van acrylamide. Naar aanleiding van deze nieuwe analyse zullen zij dit standpunt opnieuw moeten overwegen (Virk-Baker, Nagy, Barnes, & Groopman, 2014).

Het complete artikel is hier te lezen.

Bron:
Virk-Baker, M. K., Nagy, T. R., Barnes, S., & Groopman, J. (2014). Dietary acrylamide and human cancer: a systematic review of literature. Nutrition and Cancer, 66(5), 774–90. doi:10.1080/01635581.2014.916323

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter