Ruimte geven, ruimte innemen

17 Apr, 2024

Door Els Smits

In Vakblad 6 van afgelopen jaar was het accent samenzijn, als een soort overtreffende trap van samenwerken. De verbinding aangaan met je omgeving, collega’s en je cliënten, zonder onderscheid des persoons. Hoe staat dat in relatie tot grenzen bewaken als therapeutische vaardigheid? Het is een spanningsveld dat de moeite waard is om te verkennen. De kunst is uiteindelijk dat je grenzen leert aangeven zonder uit verbinding te gaan. En dat is niet per se eenvoudig.

In een therapeutisch proces is grenzen bepalen of stellen goed voor de cliënt en voor de therapeut. Het maakt het proces duidelijker en zuiverder. Het gaat daarbij om ruimte geven én ruimte innemen. Grenzeloosheid, dat wil zeggen alle ruimte voor de cliënt, kan in zijn nadeel zijn, omdat je niet bijdraagt aan zijn groei en verzelfstandiging. De therapeut kan erop leeglopen. Te strakke grenzen daarentegen geven weinig ruimte aan het soms zo wonderlijke verloop van een therapeutische sessie. Onvoldoende ruimte om mee te bewegen met onvoorziene wendingen in een begeleidingstraject kan net zo goed de groei van de cliënt belemmeren. Het luistert nauw om daar de juiste balans in te vinden.

Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat er in de relatie cliënt-therapeut altijd sprake is van overdracht en tegenoverdracht. Dat is een gegeven en dat is niet erg. Sterker, het kan juist behulpzaam zijn, zolang je het als zorgverlener herkent. Door terug te geven wat je waarneemt in het gedrag van de cliënt, houd je hem een spiegel voor die eraan kan bijdragen dat hij zich bewust wordt van zijn overdracht. Op die manier kan bij hem een zinvol veranderingsproces op gang gebracht worden. In het geval van tegenoverdracht in de relatie met de cliënt kan de professionaliteit van de zorgverlener toenemen wanneer deze zich hiervan bewust wordt.1
Wanneer tegenoverdracht onbewust is en blijft, kan dat de ruimte voor de cliënt kleiner maken. Dat komt de relatie meestal niet ten goede. Daarom is het zaak ons bewust te worden van de situaties waarin we overgaan tot projectie of tegenoverdracht, ook en vooral in de gevallen dat dat heel onopvallend en subtiel gebeurt. Denk aan non-verbale uitingen die voelbaar zijn voor de ander, zoals overbetrokkenheid. Of afwezigheid en uit verbinding gaan in het geval van negatieve tegenoverdracht. Het kan er zomaar in sluipen.

Meer informatie: www.holos.nl, www.thesparringpartners.nl

Lees het gehele artikel vanaf pagina 16 in het VNIG 3/23.

Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor €3,50

Bronvermelding:
1. Van Delft, F. (2020). Overdacht en tegenoverdracht – Een therapeutisch fenomeen vertaald naar alledaagse psychosociale begeleiding. Van Delft & Boom Uitgevers.
2. Boswijk-Hummel, R. (2011). Liefde in wonderland – Overdracht en tegenoverdracht in de hulprelatie. De Toorts.