Uitdagingen in de communicatie tussen hulpverleners

23 Apr, 2018

Door: Toine de Graaf

In hoeverre laat de communicatie tussen reguliere en complementaire zorgverleners te wensen over? En hoe zouden we die kunnen verbeteren? Het zijn vragen die de Noorse senior onderzoeker Trine Stub al geruime tijd bezighoudt. Binnen het National Research Center in Complementary and Alternative Medicine (NAFKAM) van de Universiteit van Tromsø doet ze onderzoek naar de communicatie rond kanker. ‘Complementaire therapeuten gebruiken termen die niet worden herkend in de reguliere geneeskunde’, stelt ze. ‘Het gevolg is dat men in de onderlinge communicatie langs elkaar heen praat.’

In 2015, 2016 en 2017 was Trine Stub eerste auteur van drie wetenschappelijke publicaties over onder meer de (mis)communicatie tussen reguliere en complementaire behandelaars.1-3 In alle drie de publicaties stond het ziektebeeld kanker centraal. ‘Binnen NAFKAM hebben wij als team de focus liggen op kanker, omdat ongeveer de helft van de kankerpatiënten in Noorwegen gebruikmaakt van complementaire therapieën’, zegt Trine Stub hierover. ‘Daarbij komt dat de wereld van de kankerbehandeling behoorlijk conservatief is ten aanzien van die therapieën. Dat is ook een reden waarom voor deze ziekte is gekozen. Professionals zijn het onderling niet eens over de effectiviteit en veiligheid van natuurlijke geneeskunde in combinatie met kankerbehandeling. Die conservatieve houding is kenmerkend voor Noorwegen. In bijvoorbeeld Duitsland zie je meer integrale geneeskunde rond kanker dan hier.’

Vooral het onderzoek dat in 2017 werd gepubliceerd, is leerzaam. Doel was de ervaringen van verschillende groepen zorgverleners met de communicatie met kankerpatiënten over complementaire en reguliere geneeskunde te vergelijken. En daarnaast te onderzoeken wat de ervaringen zijn op het gebied van interdisciplinaire communicatie en samenwerking. Ten behoeve van deze studie werden in vier Noorse provincies per e-mail 1341 schriftelijke enquêtes uitgezet onder oncologen, huisartsen, oncologisch verpleegkundigen en complementaire therapeuten (acupuncturisten, massagetherapeuten en reflexologen). In totaal vulden ruim vijfhonderd zorgverleners de vragenlijst in. Het bleek onder meer dat reguliere zorgverleners en complementaire therapeuten verschillende patronen van communicatie hebben met hun kankerpatiënten over het complementaire aanbod. Zo adviseerden therapeuten hun patiënten om zowel complementaire als reguliere methoden toe te passen, terwijl artsen minder positief waren over het gebruik van aanvullende therapieën.

Wilt u het hele artikel als PDF ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50 Bronvermelding:
  1. Stub, T., Quandt, S.A., Arcury, T.A., Sandberg, J.C. & Kristoffersen, A.E. Complementary and conventional providers in cancer care: experience of communication with patients and step to improve communication with other providers. BMC Complementary and Alternative Medicine 2017; Volum 17 (301)
  2. Stub, T., Quandt, S.A., Arcury, T.A., Sandberg, J.C., Kristoffersen, A.E., Musial, F. & Salamonsen, A. Perception of risk and communication among conventional and complementary health care providers involving cancer patients' use of complementary therapies: A literature review. BMC Complementary and Alternative Medicine 2016; Volum 16 (1)
  3. Stub, T., Musial, F., Quandt, S.A., Arcury, T.A., Sandberg, J.C., Salamonsen, A., Kristoffersen, A.E. & Berntsen, G.K.R. Mapping the risk perception and communication gap between different professionals of healthcare providers in cancer care: a cross-sectional protocol. BMJ Open 2015; Volum 5 (9)

is sinds 1989 gespecialiseerd in (complementaire) gezondheidszorg. Na dienstverbanden bij een verpleegkundig vakblad en een dagblad, koos hij in 1996 voor een freelance bestaan. Hij leverde artikelen aan zo'n zestig titels (kranten en tijdschriften). In 2016 verscheen van hem het boek 'De kracht van de alternatieven'.

Laat een reactie achter