Groeiend bewustzijn

03 Nov, 2025

Door Marieke Lebbink

Wat hebben gezonde voeding en lichaamsbewustzijn met elkaar maken? Wat heb je nodig om beiden te bereiken? En wanneer werk je samen met andere zorgverleners? Dit zijn thema’s die centraal staan in mijn praktijk en ook in de columns, die ik de afgelopen zeven voor het Vakblad schreef. Het is tijd voor verandering.

Wat voor de een gezond is, kan ongezond voor de ander zijn. Leeftijd, geslacht, lichaamsbouw, gezondheidsniveau en lichamelijke activiteit zijn enkele factoren die van invloed zijn. De Schijf van Vijf, geadviseerd door het Voedingscentrum en gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding, is een bekende en goede basisinformatiebron. Als iedereen zich daar daadwerkelijk aan zou houden zou dit een enorme gezondheidswinst geven. Toch blijft het een compromismodel. Zo is er bijvoorbeeld geen praktisch advies over de omega 3- en 6-verhouding en bij de Eetmeter (ook van het Voedingscentrum) wordt vijfentwintig gram vezels als redelijk acceptabel beschouwd in plaats van 35 tot 40 gram vezels die de Gezondheidsraad adviseert. Ook is er niets te vinden over het belang van bijvoorbeeld glycanen (essentiële vezels). Het basisadvies is in deze stressvolle tijd en voor herstellende mensen sowieso niet voldoende om het lichaam en herstel optimaal te ondersteunen. Daarvoor is meer inhoudelijke kennis nodig.

Mijn ziens draait het in het leven om bewustzijnsgroei en een goed lichaamsbewustzijn draagt daaraan bij. Het is bijvoorbeeld goed om te kunnen ervaren of je in de sympathicus (de actiestand) of de parasympaticus (de ruststand) zit, de kant waarbij de vertering van voeding én van emoties plaatsvindt. In de sympathicus zitten gaat namelijk niet goed samen met verteren van je eten, met buikklachten en eetproblemen als gevolg. Dit leer ik ook aan mijn cliënten. Een aangepaste leefstijl en persoonlijke voeding helpen de vicieuze stresscirkel te doorbreken, zodat er ruimte ontstaat voor verandering en toename van het lichaamsbewustzijn: de cliënt leert weer te luisteren naar het gefluister van zijn lichaam. De afgelopen zeven jaar heb ik hier regelmatig over geschreven vanuit voedingsperspectief, met adviezen zoals eten in rust, kauwen tot het vloeibaar is en verschillende smaken in de maaltijd verwerken – ook zuur en bitter! Met diverse voorbeelden uit mijn praktijk. Met deze basis creëer je de randvoorwaarden voor herstel. Ik ben van mening dat als dit lukt je al vijftig procent van het zelfherstellend vermogen en gezondheidswinst te pakken hebt. Maar bij hoogcomplexe hulpvragen is er meer nodig, zoals het ontdekken van de samenhang tussen organen en emoties, wat tot meer zelfregie kan leiden. En daarvoor is samenwerking met andere disciplines vaak nodig. Daarvan heb ik de afgelopen jaren tal van voorbeelden laten zien. Die integrale aanpak vanuit voedingsperspectief laten zien was ook het doel van de columns.

In de herstelfase is vaak een aangepaste voeding en/of een voedingspatroon op termijn nodig om gezond te blijven. Het liefst een patroon dat aansluit bij de cliënt en specifieker is dan de adviezen van het Voedingscentrum. En dat vraagt van zorgverleners om specifieke voedingskennis.

De integrale aanpak van mijn voedingsadviezen is de afgelopen zeven jaar dat ik voor het Vakblad heb geschreven wel duidelijk geworden. Daarom is dit mijn laatste column. Ik blijf me inzetten om cliënten en zorgverleners te ondersteunen met praktische voedingstools. Zo ga ik een bijdrage leveren aan ‘jouwweekmenu.nl’. Voor nu bedank ik graag alle lezers en de redactie voor de ruimte die ik heb gekregen om mijn adviezen te delen.

is natuur- en darmdiëtist met bijna 30 jaar praktijkervaring. In haar praktijk combineert ze adviezen uit zowel de reguliere als de complementaire geneeskunde en wil daarin ook graag een brugfunctie vervullen. Tevens is ze co-auteur van het boek Darmehbo.

Laat een reactie achter