Wat als ik op de maan zou wonen?

04 Dec, 2015

Door: Els Smits

De zon schijnt binnen in mijn woonkamer. De kristallen voor het raam vangen de zonnestralen en hullen de kamer in regenboogkleuren. Hoewel er heel veel werk te doen is, voel ik me relatief opgeruimd en rustig. Het komt allemaal wel goed. Dat doet het licht met me. De zon verwarmt me van binnen en van buiten en maakt dat ik de dag met een positief gemoed tegemoet treed. Is dat alleen de zon, of ook de blauwe lucht waardoor ik ruimte in mijn lijf en mijn denken voel?

Onlangs zei mijn zoon tegen me: ‘Het lijkt me echt saai als we geen dampkring zouden hebben. Dan zouden we geen blauwe hemel meer hebben, maar was alles altijd zwart. Wel zon, wel dag en nacht, maar de hemel altijd zwart. Hoe komt hij erbij? Ik was oprecht verbaasd, had er nooit bij stilgestaan dat de ruimteplaatjes die we zien altijd ‘in het donker’ zijn. Ik interpreteerde dat gewoon als nacht, maar in de ruimte is het dus altijd zo. Voor menig lezer misschien een open deur, maar voor mij een eyeopener. Hoe zou dat zijn, als je uitzicht altijd zwarte lucht is? Wel zon, maar geen heldere, blauwe lucht, niet eens een grijze…

Buiten op de fiets probeer ik het me voor te stellen. Als het licht is, is dat best moeilijk. Als het donker is, dan klopt de lucht, maar dan heb je toch niet zo het ‘overdaggevoel’. Een goed verlichte plek ’s avonds benadert het gevoel het best. En ik word er niet blij van. Het voelt zwaar en drukkend, steeds die donkerte boven mijn hoofd. En natuurlijk hebben we die dampkring nog voor veel meer zaken nodig – denk aan ademhalen en bescherming tegen allerlei vormen van schadelijke straling – maar ik realiseer me nu opeens hoe vanzelfsprekend ik het daglicht en de blauwe hemel altijd heb gevonden. Terwijl de aarde in het hele universum – althans voor zover we nu weten – een van de weinige planeten is die een dampkring heeft.

Ik betrap mezelf op meer vanzelfsprekendheden in mijn leven die eigenlijk helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn, bijvoorbeeld dat ik gezond ben. Of de vanzelfsprekendheid waarmee ik ruim dertig jaar geleden als voedingskundige zaken leerde en accepteerde die inmiddels volledig achterhaald zijn. Niets zo veranderlijk als de inzichten over voeding, zou ik bijna denken. Steeds meer kom ik tot de conclusie dat hoe meer ik weet, hoe minder ik eigenlijk weet. En dat geldt voor ons allemaal, niemand heeft de waarheid in pacht. Het is niet raar als een huisarts of welke andere behandelaar dan ook niet zomaar de vinger op de zere plek kan leggen. Een mens is zo enorm complex en gelaagd. Gelukkig zijn er binnen de gezondheidszorg heel veel mensen van allerlei pluimage die stukjes kunnen bijdragen aan een beter en gezonder leven van hun cliënt of patiënt. En naarmate die losse stukjes elkaar kunnen aanvullen, wordt onze gezondheidszorg completer en gezonder.

Irene de Vries vulde deze pagina vanuit haar gezichtspunt als orthomoleculair arts en dat gaat ze vanaf nu voor het blad OrthoFyto doen. Het was haar idee om voor een blad als VNGK de column bruggen bouwen juist multidisciplinair in te richten: geen vaste columnist, maar iedere keer iemand anders die vanuit zijn of haar discipline reflecteert op het thema bruggen bouwen. Ter introductie is dit de aftrap; de volgende keer vragen we een ander om er zijn of haar licht op te schijnen. Zo geven we het stokje steeds aan een ander door en bouwen we ook op die manier een brug binnen het brede veld van de gezondheidszorg.

Meer informatie: www.deblankepit.nl

studeerde Voeding aan de Landbouw Universiteit Wageningen en massagetherapie aan de Holos Academie. Met het werk voor Arcturus (VNIG, OrthoFyto) wil ze een bijdrage leveren aan een groeiend draagvlak voor de natuurlijke en integrale zorg.

Laat een reactie achter