Allergie en de darmflora

20 May, 2015

– volg het nieuws van de KOALA birth cohort study-

Allergie komt steeds vaker voor in westerse landen. Men vermoedt dat dit te maken heeft met de toegenomen hygiëne in deze landen. Doordat westerse kinderen minder worden blootgesteld aan bepaalde infecties, wordt het op te bouwen immuunsysteem onvoldoende getraind om goede stoffen van slechte pathogenen te onderscheiden. Het maakt vervolgens steeds vaker de fout onschuldige stoffen (zoals bij een allergie) of lichaamseigen weefsel (zoals bij een auto-immuunaandoening) aan te vallen. Het systeem is bij teveel hygiëne dus ongeoefend; niet getraind om bedreigende van niet bedreigende stoffen te onderscheiden. Het immuunsysteem is onvoldoende gereguleerd stellen wetenschappers vast.

De toegenomen incidentie van allergie lijkt samen te hangen met veranderingen in de darmmicrobiota van zeer jonge kinderen. Een darmflora in deze vroegste kinderjaren regelt het verworven adaptieve immuunsysteem in. Het geeft als het ware signalen door wanneer het verstandig is een bepaalde stof te verdragen. Het ’praat’ met dendritische cellen in de darm en activeert Th1/Th2 respons.

De darmmicrobiota van allergische kinderen verschilt van die van niet allergische kinderen. Bij allergische kinderen is de darmmicrobiota minder divers. Het gehalte bifidobacteriën is bijvoorbeeld ondervertegenwoordigd. Acinetobacter komen vrijwel niet voor. Bepaalde lactobaccillen kunnen reeds geactiveerde mestcellen verzwakken. Hierdoor wordt de kettingreactie door vrijgekomen histamine doorbroken. Deze lactobacillen zien we minder terug in de darm van allergische kinderen. Clostridia daarentegen komen juist veel voor bij jonge kinderen met een allergie.

Een aantal onderzoekslijnen is uitgezet in de Maastrichtse KOALA Birth cohort studie (Penders et al. 2014). In een recente publicatie is een verband gevonden tussen de wijze van geboorte (vaginaal of via de keizersnede), de hoeveelheid oudere broers of zussen, de darmflora en de incidentie van constitutioneel eczeem.

Een link naar alle wetenschappelijke publicaties die zijn voortgekomen uit dit onderzoeksprogramma is hier te vinden.

Bron:
Penders, J., Gerhold, K., Thijs, C., Zimmermann, K., Wahn, U., Lau, S., & Hamelmann, E. New insights into the hygiene hypothesis in allergic diseases: mediation of sibling and birth mode effects by the gut microbiota. Gut Microbes, (2014) 5(2), 239–44. doi:10.4161/gmic.27905

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter