Onderzoek in de natuurlijke zorg op nationale wetenschapsagenda

08 Jan, 2016

Door: Fleur Kortekaas

‘Kan er meer verbinding gemaakt worden tussen reguliere en complementaire zorg, uitmondend in integrale zorg, die rekening houdt met de grote diversiteit tussen patiënten?’ Dat is 1 van de 140 vragen die terecht is gekomen op de nationale wetenschapsagenda.

In het rapport ‘Wetenschapsvisie 2025; keuzes voor de toekomst’ is opdracht gegeven aan de kenniscoalitie om te komen tot een Nationale Wetenschapsagenda. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Economische Zaken treden namens het kabinet op als opdrachtgever. Vanuit de kenniscoalitie is een stuurgroep ingesteld die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de Nationale Wetenschapsagenda. Op advies van de kenniscoalitie zijn vervolgens de hoogleraren Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan benoemd tot voorzitters van de stuurgroep. Uit verschillende vragenrondes zijn 140 vragen gedestilleerd; een groot deel daarvan gaat over gezond en duurzaam leven, voeding, preventie en gepersonaliseerde zorg.

Vraag 92
Vraag 92 is als volgt geformuleerd: Kan er meer verbinding gemaakt worden tussen reguliere en complementaire zorg, uitmondend in integrale zorg, rekening houdend met de grote diversiteit tussen patiënten? Alternatieve ofwel complementaire geneeskunde zoals ayurveda, acupunctuur, homeopathie, voetreflexologie, orthomanuele geneeskunde, traditionele Chinese geneeskunde, maar ook paleodieet, meditatie en mindfulness, geniet toenemende populariteit; een deel van de mensen meent er baat bij te hebben terwijl anderen het kwakzalverij en bedrog vinden. Zonder voldoende onderzoek op wetenschappelijke basis weten we niet of complementaire geneeskunde een placebo-effect is of een werkelijk fysiologisch effect heeft. Het placebo-effect zelf is weliswaar bekend, maar kennis over de mechanismen en eventuele verdere toepassingen ervan is nog schaars. Deelvragen bij deze vraag zijn daarom onder andere:
– Is er wetenschappelijke onderbouwing voor de werkzaamheid van complementaire geneeskunde?
– Welke rol kan complementaire geneeskunde spelen in de gezondheidszorg?
– Zijn er naar aanleiding van de effectiviteit van placebo’s principes of mechanismen te formuleren op basis waarvan een alternatieve, wellicht partieel toepasbare, geneeskunde zonder of met minder medicijnen kan worden ontwikkeld?
Deze thematiek leeft sterk onder de burgers.

Verbindend karakter van vraag 92
Deze vraag sluit aan bij diverse andere vragen, bijvoorbeeld over behandelmethoden van diverse ziekten, preventie van ziekten, de invloed van voeding en leefstijl op de gezondheid en de rol van het immuunsysteem. Diverse onderzoeksgroepen en instituten, van fundamenteel tot toepassingsgericht, houden zich bezig met onderwerpen die raken aan deze vraag, inclusief preventie en gezond oud worden. Om tot antwoorden op deze vraag te komen, is meer integraal medisch, gedragswetenschappelijk en sociologisch wetenschappelijk onderzoek nodig. De thematiek sluit aan bij de topsector Life Sciences & Health en bij een aantal prioriteiten van de overheid, te weten: ‘Anticiperen op een veranderende zorgvraag in een transparante omgeving: andere zorg verlenen’; ‘Creëren van een passend gezondheidslandschap: integraal samenwerken en doelmatigheid bevorderen’; ‘Kiezen van collectieve prioriteiten: Collectieve zorg en ondersteuning betaalbaar houden’.

Meer informatie over de vragen en het proces is hier te vinden.

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter