Reiki en Therapeutic Touch onder de loep

30 Dec, 2014

Hoe kunnen bio-energetische therapievormen zoals Qigong, Reiki en Therapeutic Touch, waarbij het lichaam niet aangeraakt wordt nu werken? En hoe groot zijn de gezondheidseffecten van deze therapievormen? Antwoord op deze vragen zou draagvlak kunnen creëren voor een bredere toepassing van Reiki en TT in de zorg.

Onderzoekers van het Amerikaanse Institute for Integrative Health in Baltimore Maryland analyseerden daarom 90 studies uitgevoerd naar bio-energetische behandelmethoden. Centraal kenmerk in de studies was dat de proefpersonen in de studies niet werden aangeraakt gedurende de therapie. Met name de wijze waarop de ‘non physical biofieldtherapy’ werd uitgevoerd werd onder de loep genomen. Uiteindelijk voldeden 28 studies met in totaal 1775 deelnemers aan de criteria.

Toen de 28 studies tevens werden beoordeeld op studiekwaliteit (uitsluitend goed uitgevoerde studies werden opgenomen in de analyse), bleven 18 studies over. Twaalf van deze 18 studies meldden gunstige effecten door de bio energetische behandeling: 7 Therapeutic Touch, 3 Qigong, 1 healing touch en 1 Reiki).

Twee derde van de studies vertoonden dus positieve resultaten. Onderzoekers meldden dat deze bio energetische methoden een goede aanvulling zouden kunnen zijn op zorg, (Hammerschlag, Marx, & Aickin, 2014).

De werking van ‘biofield’ methoden werd tot nu toe vooral toegeschreven aan factoren zoals aandacht en verwachting. De werking van bio-energetische methoden kan echter niet uitsluitend hieraan worden toegeschreven. Fundamenteel onderzoek maakt biologische effecten zichtbaar: zo worden fysiologische veranderingen bij zowel de behandelaar als de patiënt gemeten (Hammerschlag et al., 2012). Japans gecontroleerd onderzoek toonde bijvoorbeeld verandering in alfa hersengolven in de frontale en centrale cortex aan bij patiënten die een Japanse vorm van bio energetische geneeswijzen ondergingen (Uchida, Iha, Yamaoka, Nitta, & Sugano, 2012).
 
Bronnen:
Hammerschlag, R., Jain, S., Baldwin, A. L., Gronowicz, G., Lutgendorf, S. K., Oschman, J. L., & Yount, G. L. (2012). Biofield research: a roundtable discussion of scientific and methodological issues. Journal of Alternative and Complementary Medicine (New York, N.Y.), 18(12), 1081–6. doi:10.1089/acm.2012.1502
Hammerschlag, R., Marx, B. L., & Aickin, M. (2014). Nontouch biofield therapy: a systematic review of human randomized controlled trials reporting use of only nonphysical contact treatment. Journal of Alternative and Complementary Medicine (New York, N.Y.), 20(12), 881–92. doi:10.1089/acm.2014.0017
Uchida, S., Iha, T., Yamaoka, K., Nitta, K., & Sugano, H. (2012). Effect of biofield therapy in the human brain. Journal of Alternative and Complementary Medicine (New York, N.Y.), 18(9), 875–9. doi:10.1089/acm.2011.0428

is natuurgeneeskundige en klinisch epidemioloog. Ze is als (freelance) auteur, docent en onderzoeker gespecialiseerd in het vakgebied van de complementaire, alternatieve en functionele geneeskunde. In haar werk staan kennisoverdracht en kennisontwikkeling in deze geneeswijzen centraal. Zij levert wetenschappelijke informatiediensten binnen het werkveld.

Laat een reactie achter